De tijd die ongezien verstreek

De lezing van Jan Coenen die niet doorging

Spiegel van de tijd

De tentoonstelling van werk van de Almeerse kunstenaars Jan Coenen en Ko van Velsen in de Verbeelding te Zeewolde, van 3 februari t/m 15 maart 2020, zou op zondag 15 maart feestelijk worden afgesloten met een lezing van de kunstenaars, muziek en borrel.
Als gevolg van de maatregelen om de verspreiding van het Corona-virus in te dammen is dit feestje afgelast.

Mijn lezing zou ongeveer 25 minuten duren en zou gaan over het thema “tijd” in de werken van mijn hand die daar ter plekke waren opgehangen. Tijdens de voorbereiding van mijn lezing had ik al snel door dat het gekozen thema niet in zo’n kort tijdsbestek te behandelen is en dat ik mij zou moeten beperken. Het thema “tijd” is al jaren aanwezig in mijn werk, niet altijd bewust, maar met het stijgen van de jaren is het steeds duidelijker in beeld gekomen, al valt niet te ontkennen dat met een beetje goede wil in nagenoeg ieder kunstwerk een tijdsaspect te ontdekken valt. In mijn lezing was geen ruimte (= tijd) om in te gaan op mijn oudere werk, laat staan op wat grote en semi-grote kunstenaars al eerder met het thema hebben gedaan. Nu ik als gevolg van de door het virus afgedwongen sociale onthouding de tijd heb alles uit te schrijven begin ik met een lange geïllustreerde versie van een lezing die nooit gehouden is en dan volgt de rest wellicht later nog.

Nadat Ko en ik waren gevraagd om samen in de Verbeelding te exposeren hebben we in november samen gekeken naar wat we zouden kunnen doen. Omdat ik per 1 december met pensioen zou gaan leek het mij een goed idee voor deze gelegenheid nieuw werk te maken, want niets is leuker dan tekenen en schilderen, en met zeeën van tijd voor de boeg besloot ik om dezelfde formaten te leveren als Ko al had liggen, acht grote werken van 150 x 100 cm en dertig A4-tjes. Een lange week van acht dagen en een korte maand van dertig. Ik had twee maanden en dat bleek voldoende voor een goed evenwicht van ontspannen maar gestaag doorwerken en minimale twijfel.

Behalve de formaten en het uitgangspunt dat het over tijd moest gaan, had ik geen bewuste plannen, maar wel het gevoel dat ik collages moest schilderen, en wel zodanig dat het leuk en uitdagend zou zijn om te doen en dat ik er luisterboeken bij kon luisteren. Aangezien ik sinds mijn jeugd een lezer ben heb ik uiteraard allerlei boeken gelezen waarin tijd aan de orde komt, maar ik was nog niet op zoek geweest naar literatuur over dit thema. Met het schilderen groeide de belangstelling en heb ik in korte tijd nog wat kunnen bijlezen. Het bleek dat veel essayschrijvers het over tijd hebben, dat het in veel romans een rol speelt, dat veel uit dezelfde bronnen wordt geput en dat veel wordt nagepraat. Het was duidelijk dat het lastig zo niet onmogelijk is nog origineel te zijn met dit thema. Dat was een bevestiging van mijn idee dat een overdaad aan clichés een goede manier zou zijn om het thema aan te vallen, temeer daar dit mijn plan om collages te schilderen ondersteunde. Collages zijn immers tot een geheel gevormde samenraapsels van bestaande fragmenten. Het is evident dat “tijd” als onderwerp veel te ruim, te abstract en te complex is voor een wetenschappelijk behandeling en daarom juist geschikt voor de kunstenaar, aan wie het toegestaan is, zo niet verplicht om vrij te associëren en te combineren, zonder bestaande grenzen te erkennen.

Bij de opening van een tentoonstelling met het thema “tijd” in 2017 (samen met Marianne Alting en Christian Wisse) heb ik de volgende tekst uitgesproken die hier ook van toepassing is:
“Wij vragen geen eeuwigheid maar slechts een ogenblikje. U heeft natuurlijk al tijd besteed door hier te komen. Die tijd bent u toch al kwijt. Dit, wat wij nu doen, is wat kunst probeert, het kapen van een beetje van uw tijd. Kunst kan even de tijd stil zetten, even afleiden van het verstrijken van de tijd.

De kunstenaar besteedt uren, dagen, weken of zelfs maanden om een fractie van uw tijd te veroveren. In dit geval vragen wij wat tijd om even stil te staan bij de tijd, de tijd die nooit stil staat.

Tijd

Tijd is zo vanzelfsprekend en tegelijkertijd zo wonderlijk dat het leuk is er af en toe even bij stil te staan ook al beland je dan onherroepelijk in de tegeltjeswijsheden.
Tijd is zo basaal dat iedereen er wel eens over nagedacht heeft, en zeker klokkenmakers, filosofen en kunstenaars. Altijd als je als je iets samen wilt doen met een ander, als je iets wilt afspreken met een medemens, speelt tijd en tijdmeting een rol. Al vroeg in de geschiedenis van de mensheid is er geprobeerd vat te krijgen op tijdsduur, op tijdsverloop door tijd te meten, eerst met natuurfenomenen als eb en vloed, zomer en winter, stand van de zon en de sterren. Later verschenen technische hulpmiddelen om de precisie te verbeteren, allereerst zonnewijzers en vervolgens

waterklokken, zandlopers, slingeruurwerken etc.
Tijd is ouder dan de wereld en iedereen heeft ermee te maken, zodat er talloze uitdrukkingen zijn met het begrip tijd waarvan ik er een aantal in mijn tegeltjes heb geïllustreerd. Deze tegeltjes komen verderop groepsgewijs langs.

De dertig tegeltjes op A4 formaat zoals ze in de Verbeelding hingen

Tijd is een begrip waar eindeloos veel over te zeggen valt en waar toch moeilijk een vinger achter te krijgen is.

Als kind kwam ik filosofische uitspraken over tijd al tegen op zogenaamde overhanddoeken, een geborduurd gordijntje dat ook in de keuken van mijn ouderlijk huis de theedoeken aan het oog moest onttrekken.
Ik herinner mij uit mijn Bourgondische jeugd zo’n overhanddoek met de tekst: “Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens”. Een wijsheid die ik niet begreep. De klok bij oma in de keuken tikte immers net zo en hoe kon iemand weten dat het klokje nergens anders tikt dan thuis? Ik kende destijds het werk van Albert Einstein nog niet al had die al 50 jaar eerder verkondigd dat de tijd sneller of langzamer verstrijkt afhankelijk van plaats of snelheid. Inmiddels is gemeten dat hoog in de bergen de tijd sneller gaat dan op zeeniveau als gevolg van de door de zwaartekracht gekromde ruimte. Het klokje tikt dus echt overal anders.

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens, ging natuurlijk niet over meten van de tijd maar over beleven van de tijd. Het ging over de geborgenheid en gezelligheid van thuis die met een tikkende klok geassocieerd werden. Aan de digitalisering danken wij het dempen van dit zenuwslopende getik.

Net zoals tijdmeting is tijdsbeleving ook in hoge mate bepaald door de ruimte waar je je bevindt op een bepaald tijdstip. Als je moet luisteren naar een verhaal van een monotone spreker, dan kan de tijd zich voortslepen, maar er zijn voor iedereen situaties waarin de tijd voorbij lijkt te vliegen. Voor de klok maakt het niet uit hoe je de tijd besteedt.

Mens en dier, en ook planten hebben een ingebakken gevoel voor tijd, een bioritme. Intuïtief voelen we aan hoelang dingen duren, binnen ons tijdskader. Ons tijdskader is echter kort. Zo kort dat het nodig is om het even, ter vergelijking, in het grotere universele kader te plaatsen.

Veronderstel dat de tijd is uitgerold in de Verbeelding, waarbij de deur tot de Verbeelding het ontstaan van de aarde markeert en het raam aan het einde het “nu”, waar de toekomst begint. Het gebouw is naar schatting vijfentwintig meter lang. De oerknal heeft buiten, op de parkeerplaats van de school plaats gevonden, op ongeveer vijftig meter van de ingang. Na betreden van deVerbeelding, waar de aarde vaste vorm begint aan te nemen, treffen we op een meter of vier van de deur de eerste eencellige levensvormen aan. Dan lopen we ongeveer vijftien meter verder, tot zes meter voor het raam alvorens sprake is van substantiële opbouw van zuurstofatmosfeer waardoor meer leven mogelijk wordt. Tot dan overheerste CO2 en stikstof. Op drie meter van het raam verschijnen de eerste slakken (nu ca. 60.000 soorten) ten tonele. Aanvankelijk betrof het zeeslakken. De landslak van Ko, die ook even mijn werk in geslopen is, is van later datum. Op anderhalve meter van het raam verschijnen de eerste dinosauriërs om op vijfendertig centimeter uit te sterven. Bijna met onze neus tegen het raam, op ongeveer drie en een halve centimeter wordt de oudste menselijke schedel gevonden en op een tiende millimeter voor het einde vinden we de oudste kunstwerken. Ik heb ruim twee maanden gewerkt aan de acht grote werken en de dertig A4-tjes, gedurende ca 1 honderdduizendste millimeter. De getekende slak van Ko gleed een fractie eerder het universum binnen.

Als je met de rug naar het raam terugkijkt naar de ingang zie je een heel lang verleden en is de toekomst achter het raam onzichtbaar.

In de filosofische geschriften over kunst (en tijd) wordt vaak onderscheid gemaakt tussen tijdkunst en ruimtekunst, een idee van Lessing een Duitse schrijver en filosoof uit de 18e eeuw. Muziek en literatuur zijn tijdkunsten, architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst zijn ruimtekunsten. Zonder tijd kun je niet tellen, is er geen ritme, geen muziek. In een schilderij staat de tijd stil. In de literatuur is de verhalende tijd altijd wezenlijk; taal kent onderscheid in tijden. Uiteraard zijn er ook combinaties van tijdskunst en ruimtekunst, zoals theater, opera, film, videokunst, performance, installaties etc. Je kunt je ook afvragen of de Sagrada Familia in Barcelona of het Colosseum in Rome niet ook tijdkunst zijn. Mijn tegeltjes zijn combinaties van ruimtekunst, de tekeningen, en tijdkunst, de teksten die eraan zijn toegevoegd, zoals in een stripverhaal.

Het tijdstip waarop het publiek kunst beleeft is ook anders bij ruimtekunst dan bij tijdkunst. Bij schilderkunst krijg je doorgaans alleen een eindresultaat te zien en ben je geen getuige van het maakproces, zoals bij muziek en theater. Dat is maar beter ook. Die twee maanden die ik besteed heb hoef je als publiek niet uit te zitten.

Tijd en ruimte en energie (of materie) zijn de basiselementen die het universum bepalen. Ruimte en materie zijn nog enigermate te schilderen, maar kan het ook de tijd zijn? Dat was mijn vraag, toen ik eind november aan deze schilderijen begon: “Hoe schilder ik de tijd?”

Kunst is filosofie, maar dan met beelden. Taal is belangrijk in de filosofie en zo ook bij het schilderen.

Objecten zoals een klok of een citroen kun je schilderen omdat we bij het woord klok of citroen een herkenbaar beeld hebben. Ik denk bij het zien van een geschilderde pijp aan een pijp, ook al heeft René Margritte geprobeerd dit tegen te spreken. Hij schilderde een pijp met daarbij de tekst: dit is geen pijp, maar er is niet aan te ontkomen, het blijft voor mij een pijp. Bij objecten hebben we woorden, bij het woord tijd, een meer abstract begrip, hebben we niet zo’n object voor ogen. Bij abstracte begrippen kennen we veelal objecten die als symbool fungeren en zo zijn er ook symbolen voor de tijd die te schilderen zijn.

De zonnewijzer is de meest basale manier van tijdmeting die nog tot in de vorige eeuw de basis was om klokken te ijken. Die heb ik niet geschilderd, maar wel de zon, niet de zon zelf, maar de schaduw en het licht dat door de verf schijnt. Ik heb geen witte verf gebruikt. Het wit is het wit van het papier dat het licht weerkaatst; en de kleur, het geel van de citroenen is mijn zon. De zon, het meest zichtbare bewijs voor het verstrijken van de tijd. Geen zonnewijzers dus, maar wel zandlopers en klokken en vooral citroenen.
Ik had een citroen kunnen schilderen met de tekst: ́Dit is de tijd ́. Maar ik vond dat overbodig. Worstelend met de vraag “hoe schilder ik de tijd?” tipte Anja mij over het symbool voor vergankelijkheid uit 17 -eeuwse stillevens, de citroen. Op de markt kocht ik een kilootje citroenen, prachtig citroengeel, maar ook oranjegeel en groengeel van kleur en een lekker in de hand liggende vorm, rond in de ene richting, ovaal in de lengte met aan de ene kant een subtiel puntje, een klein vulkaantje, en aan de achterkant een rozet waar het steeltje penetreert. De eerste kilo citroenen die ik kocht begon al snel te schimmelen wat naast het geel witte en groene tinten opleverde en de vergankelijkheid en tijdelijkheid bevestigde. Te zien in het eerste schilderij.

Ongrijpbare tijd
Zandloper meet de tijd; de klok is niet de tijd; de (geschilde) citroen is het symbool voor vergankelijkheid, voor het verstrijken van de tijd. Het gedwongen aftasten van de geschilderde ruimte met het oog wijst op tijdsverloop, beoogt tijdsbesef.

Deze inspirerende combinatie van geel en groen van de schimmelende citroen heb ik daarna in andere werken doorgezet.
Als je de citroen doorsnijdt zie je een prachtige glimmende binnenkant waar de wilde frisheid van afstraalt en die ook onmiddellijk de reukzin en de speekselklieren prikkelt. De doorsnede is meteen ook een wijzerplaat door de witte vliezen die de sappige cellen in compartimenten bij elkaar houden. Het aantal partjes, de uren van een etmaal varieert in de citroenwijzerplaat van 8 tot 12, meestal 10 voor zover ik heb gezien. Ik heb daar nooit eerder op gelet, maar schilderen scherpt je waarneming en roept vragen op. Zo viel me weer op dat wij voor de tijdmeting nog het twaalftallig stelsel gebruiken zowel voor uren als voor maanden. En dat we voor de eerste twaalf getallen aparte woorden hebben. Vanaf dertien beginnen we met telwoorden samengesteld uit woorden voor kleinere getallen. Vanwege die twaalf heb ik nog zitten experimenteren met de regelmatig twaalfhoek als achtergrond, maar dat vult niet lekker op zodat ik weer ben teruggevallen op de helft, de zeshoek, toch ook nog verwant aan het twaalftallige karakter van de klok, en de zestig seconden in een minuut en zestig minuten in het uur….

De schilderijen worden hier besproken in volgorde van ontstaan en zijn op die manier, in de volgorde, een weergave van het tijdsverloop van mijn schilderen. Ze laten de volgorde zien waarin de gedachtenkronkels bij mij, als schilder, binnenkwamen en tonen verschillende facetten van tijdsmeting en tijdsbeleving. De serie schilderijen vertellen één verhaal met een volgorde en zijn daardoor als totaal een combinatie van ruimtekunst en tijdkunst en dan gaan ze ook nog over tijd, en ruimte, en bovendien zijn ze een ode aan de citroen.
Vandaar dat ik in het eerste schilderij de citroen heb geschilderd als klok en als zandloper zodat duidelijk is dat de citroen voor mij HET symbool is van verstrijken van de tijd

In de schilderijen hier zijn meerdere objecten aanwezig in meerdere ruimtes. De ruimte is gelaagd. Als geoloog weet ik dat de ruimtelijke indeling in lagen iets zegt over de tijd, ten minste in de aardkorst. Meestal liggen de oudste lagen onderop. Het precambrium ligt onder het cambrium, het devoon onder het carboon. Tijdsverloop is derhalve te zien in de structuur van de ruimte. Lagen zijn volgorde, volgorde is tijd. Door meerdere lagen te schilderen zou je kunnen veronderstellen dat hier meerdere tijdszones zijn geschilderd.

Een andere bewijs voor verstrijken van de tijd is beweging. Zonder tijd geen beweging. Bij rondkijken beweeg je je hoofd en stel je vast dat tijd verstrijkt. In een schilderij staat de tijd stil. Schilderijen zijn bevroren beelden en het stilleven is bij uitstek stilstaande tijd, bevroren tijd. Als je beweging schildert, schilder je de tijd. Het schilderij “Andere tijd” suggereert beweging in meerdere ruimtes. Hier in dit schilderij wordt geworsteld met de tijd, met de vergankelijkheid, ieder in zijn eigen ruimte en met de tijd in het hoofd.

Andere Tijd
Tijd is niet overal gelijk, net zoals er meerdere ruimtes zijn; Het is worstelen met de tijd en met de vergankelijkheid. Proberen te ontkomen. Beweging kost tijd, zonder tijd geen beweging; sportief doden van de tijd, de hoofden vol van vergankelijkheid, het slepen van een halve klok in een andere ruimte, het mysterie van de ruimte en de tijd;

Een foto van een ingelijste foto die aan de muur hangt verraadt een logische volgorde in de tijd. De foto, de lijst en de muur en het inlijsten en ophangen vonden plaats voor de foto van het tafereel genomen werd. Bij een schilderij in een schilderij hoeft dat niet zo te zijn. Als kijker zou je kunnen denken dat het geschilderde schilderij al bestond toen de schilder aan het schilderen van het schilderij begon. Dit geldt voor de kijker, voor de schilder kan de volgorde anders zijn.

In musea en in het algemeen zit er een lijst om een schilderij om de geschilderde wereld duidelijk te scheiden van de wereld eromheen. Bij mij niet. Het zou te duur geweest zijn en vervolgens zou ik weer een opslagprobleem hebben, maar er is, zoals zo vaak, ook een artistieke uitleg denkbaar voor pragmatische keuzes.

Onbegrijpelijke tijd
Van afstand machteloos en verwonderd kijken naar de geschilde citroen, naar het vreemde karakter van tijd; terugkijken naar het verleden, naar het verstrijken van de tijd? Er zijn meerdere werkelijkheden met eigen tijdsverloop… herinneringen zijn als netwerken van zeshoekig kippengaas met steeds groter wordende mazen.

Ik heb het meest normale, het geschilderde schilderij, ingelijst, en de vreemde wereld van het schilderij zelf niet. Het schilderij loopt feitelijk door in de ruimte waarin het is gehangen en staat daarom dichter bij de werkelijkheid dan het schilderij van de man die verwonderd, verschrikt kijkt naar de tijd, naar zijn vergankelijkheid, machteloos vanuit zijn eigen afgebakende ingelijste wereldje.

De kijker kan in de werken hier, een soort van gearrangeerde stillevens, met wat goede wil aspecten zien van het verstrijken van de tijd. De werken zijn verhalend, kennen meerdere objecten per schilderij in meerdere ruimtes, zodat het tijd kost ze allemaal af te lopen en de relaties te ontrafelen.

Het zijn geen kunstwerken voor een oogopslag. Hoe schilder ik de tijd? Als een schilderij in een oogopslag te bekijken is, dan is het tijdsaspect er niet. Daarom moeten er in een schilderij meerdere plekken vechten om de aandacht waardoor een tijdsvolgorde, een tijdsverloop ontstaat in het kijken en wellicht een volgorde kan worden beleefd. Zoals in een stad een wandeling van plein naar plein tijd vergt, zo moet een schilderij een wandeling bieden die tijd creëert om na te denken over wat er te zien is. Zoals bij muziek met iedere tel tijd verstrijkt, zo is het ook met het oog dat het schilderij aftast op zoek naar houvast. De blik zoekt aanknopingspunten om de relatie tussen de verschillende ruimtes te duiden. Ook in de mannetjes die citroenen in een netje dumpen is volgorde en het verstrijken van de tijd verbeeld.

Verstrijkende tijd
De nostalgie van het horloge dat geopend is en een vervormde tijd weerspiegelt. Het antieke horloge in futuristische ruimte; Kromming van de ruimte. Doden van de tijd; Loodzware citroenen in een netje tot het vol is?

Herhaling van handelingen is een manier om tijd zichtbaar te maken. Dit herhalende element, dat gezellig tikken van de klok, is in mijn werk ook aanwezig in de vlakvullingen.
Dit is het tijdsaspect in mijn manier van schilderen. In dit werk zie je geen snelle rusteloze beweging, geen schetsmatig zoeken naar vormen, geen gooien met verf. Het is meer bedachtzaam in rustig tempo, met regelmaat zoals het tikken van de klok, gestaag opbouwen. Ik probeer speelsheid en vrijheid in mijn onderwerpen te combineren met beheersing in de uitwerking. Ik ben hier meer een tekenaar dan een schilder. Met potlood maak ik de tekening en vervolgens schilder ik het met acrylverf transparant in, zonder gebruik van wit. Dat moet in hoog tempo maar beheerst, om verfstreken nog in elkaar te laten overlopen, want het papier zuigt en acrylverf kan niet meer weggewassen worden. Een ander tijdsaspect zit in het materiaalgebruik en de wijze van schilderen. De kwetsbaarheid van het aquarelpapier en de transparantie van de verf versterken de tijdelijkheid, de vergankelijkheid. Een aquarel maak je niet voor de eeuwigheid. Van oudsher is de waterverfschets op papier het materiaal voor de voorstudie, voor de snelle schets die doet verlangen naar de toekomst, naar het definitieve werk.

Naast deze fysieke ruimte van de schilderijen hebben we tegenwoordig ook de digitale ruimte die veel sneller verandert en andere tijdsbeleving kent. Sinds de digitale ruimte deel geworden is van ons dagelijks bestaan hebben we meer te maken met time management. Het balanceren met de beschikbare tijd is een zware klus die steeds verder is doorgedrongen in de persoonlijke levenssfeer. Deze dagelijkse krachttoeren nemen een flinke hap uit de ons beschikbare tijd.

Dwingende tijd
Het gewicht van dit tijdsgewricht; hedendaags worstelen met het gewicht van de tijd; Door de zure appel heen bijten; time management, het evenwicht tussen tijdsgebrek en tijd genoeg

Schilderijen zijn tegenwoordig niet meer zo statisch als vroeger. Met de reproduceerbaarheid in foto’s, op koekblikken etc. kent iedereen de grote werken uit de kunsthistorie zonder ze allemaal zelf gezien te hebben. Met verspreiden in de digitale wereld is het bereik nog veel groter geworden. De digitale ruimte kan ook een uitbreiding zijn van de schilderijen. Ik breng dat op twee manieren in praktijk. Sinds 2016 plaats ik digitale collages van mijn tekeningen en schilderijen in de digitale wereld, met name op Instagram. Die collages worden bekeken van Nieuw Zeeland tot Canada en van Chili tot Japan. Ook met delen van de schilderijen van deze tentoonstelling in combinatie met tekeningen heb ik digitale collages gemaakt die ik via Instagram met de wereld deel.

Voorbeelden van digitale collages met delen van de schilderijen en schetsboektekeningen

Deze collages worden bijvoorbeeld “geliked” door mensen uit Hong Kong, Tokio, Parijs, Zweden, Lelystad en eentje door een producent van limoncello in USA.
Omdat collages zijn opgebouwd uit fragmenten van ouder werk zijn ze per definitie altijd jonger dan werken waar digitaal uit geknipt is.

Bij drie schilderijen, in dit document gemarkeerd met onderstaand logo, is augmented reality toegevoegd, een zichtbare digitale laag die vóór het analoge werk hangt in de virtuele ruimte en die zichtbaar is op je smartphone. Dit kan ook op eenvoudige wijze bekeken worden op basis van de drie plaatjes met logo in dit document. Download en installeer de Artivive app, herkenbaar aan logo, op je smartphone. Start vervolgens de app en richt hem op het schilderij, in dit geval op je beeldscherm. Zorg dat het hele schilderij in beeld is en zie hoe in de virtuele laag een filmpje start.

De augmented reality laag is weer een extra tijdslaag, want die kan pas worden aangebracht nadat het schilderij is voltooid en een foto ervan is geupload. Door de bewegende beelden in augmented reality wordt hier de ruimtekunst ook tijdkunst.
Uiteindelijk zijn de analoge schilderijen van deze tentoonstelling de eerste analoge fase van kunstwerken die digitaal verder kunnen ontwikkelen, wellicht in een volgende fase ook nog in virtual reality.

Tussendoor moet ik even vertellen dat ik doorgaans schilder wat bij me opkomt, zonder al te veel na te denken. Zodra iets bij me opkomt dat mogelijkheden biedt, begin ik in de wetenschap dat het eindresultaat nooit méér kan zijn dan een benadering van een oorspronkelijk plan. Er moet ruimte zijn om onderweg een zijpad in te slaan.

Ik ga niet uitgebreid zitten dubben voor een leeg vel, want dan gebeurt er niks, maar begin gewoon met wat mijn intuïtie mij ingeeft en vooral met wat ik een leuke uitdaging vind om te schilderen, zoals het horloge dat mijn schoonvader ooit kreeg van zijn peetoom. Vroeger in gebruik voor tijdmeting, nu meer nostalgie, een symbool van vervlogen tijd. Al de verklaringen van wat ik schilder worden soms gelijk meegeleverd, dringen zich soms al schilderend op of komen achteraf. Tijdens het schilderen doemen altijd nieuwe uitdagingen op. Neem bijvoorbeeld de citroen. Ik heb ze in een groen netje gestopt, wat eigenlijk voor perssinaasappels is, maar leuker kleurt dan in een geel netje. Al vrij snel gunde ik mezelf de structuur, de kleur en geur en de smaak van de binnenkant door ze doormidden te snijden. Ik heb ze geschild, ik heb een zeker niet onaangename hap genomen, slechts een beetje zuur en bitter, en ik heb ze uitgeperst, waarbij ik nog 3 euro 49 geïnvesteerd heb in een citruspers. Je mag wat over hebben voor de kunst.

Slopende tijd
Tijd wordt uitgeperst; we worden geleefd; accepteren van de onherroepelijkheid van de tijd; de mens verandert met de tijd, de klok is een robot; robots bepalen meer en meer onze tijdsindeling. Er is een pit, een zaadje dat nog zou kunnen ontkiemen.

De citruspers moest van glas vanwege de nostalgie (ook een tijdsaspect), maar ook omdat een glazen citruspers veel leuker is om te schilderen dan een elektronisch apparaat. Het is bovendien hartstikke lekker om in zo’n citroen te knijpen, de geur op te snuiven, te voelen hoe je speekselklieren wakker schieten en je te verbeelden dat die opstaande paaltjes van de citruspers je tenen zijn waar het koele sap tussendoor sijpelt. Ik heb mezelf overigens kunnen inhouden en heb geen tenen geschilderd. Zoals gezegd kunst, schilderen is filosoferen, hoe basaal dan ook.

De schilder en de kijker hebben een ander tijdskader. De schilder begint met een leeg papier en denkt na over de toekomst, over het toekomstige schilderij. Het schilderij groeit in de toekomst. Als het schilderij klaar is, ziet de kijker het verleden, het resultaat van het schilderen in het verleden.
De schilder maakt eindeloos veel keuzes bij het maken van een schilderij en hij weet niet op voorhand welke van die keuzes aankomen bij de kijker. Veel, zo niet de meeste keuzes worden onbewust gemaakt. Achteraf is er vaak een oorzaak, er is zelden een reden. Het idee voor deze schets, waarbij de citroen menselijke trekjes krijgt, en die handelt over vaak gedwongen pijnlijke keuzes van het leven, kwam pas toen het grote werk al af was en daarom heb ik deze schetsboektekening toegevoegd in de digitale augmented reality laag bij het schilderij “slopende tijd”.

Schilderijen waren in het verleden vaak pogingen om de tijd stil te zetten. In het oude Egypte werden beelden gemaakt om de tijd van leven op te rekken tot de eeuwigheid.
In het schilderij “veranderende tijd”, in de spiegel links en daarnaast, zie je wat er over is van de mensen van vier á vijfduizend jaar geleden, vooral kunstwerken die een kunstenaar in lang vervlogen tijd heeft gemaakt. De mensen zelf zijn verdwenen op een enkele mummie na, een enkel kunstwerk bestaat nog. Het is zeer de vraag of de hier getoonde kwetsbare werken op papier de tand des tijds zullen doorstaan zoals de hier geschilderde relicten uit de oudheid.

Veranderende tijd
Sporen van het verre verleden en een blik op het onvoorstelbaar vreemde van de toekomst. Spiegel van vergankelijkheid… restanten uit de klassieke oudheid duizenden jaren oud, en genetisch gemanipuleerde citroenen in de toekomst… er lopen draden van verleden naar toekomst; de wereld is geen rechte lijn maar gelaagd, onvoorspelbaar, ingewikkeld gekromd en rechthoekig eenvoudig.

Uit wat er is overgeleverd uit het oude Egypte weten we dat er al een cultuur bestond van mooi maken, van kapsels en make-up etc. De spiegel speelt nog steeds een belangrijke rol. Daarin zien we aan ons uiterlijk het verstrijken van de tijd. De organisch gevormde citroenen rechts laten zien hoe we door manipuleren van onze uiterlijke vormen proberen het verstrijken van de tijd te vertragen.

Tijd rijmt op continuïteit, creativiteit, vergankelijkheid en eeuwigheid. Er valt niet te ontkomen aan de tijd. Evenmin is er te ontkomen aan inspiratie door het eigen leven, door de omgeving en door anderen.

Ik kan niet ontkennen dat ik geïnspireerd ben door Ko, door zijn kleur, die mij stimuleerde om het contrasterende geel op te zoeken, door de formaten die ik voor mijn werk voor deze expositie heb overgenomen, en met name door zijn series tekeningen en conversaties met de slak. De slak die symbool is van het traagheid maar honderd keer ouder is dan de mensheid.

Tijd is tempo. Hoe sneller je bent, hoe minder tijd het kost. Ik heb nog overwogen om ook snelheid schilderen, maar ik heb gekozen voor de traagheid. We zijn geneigd snelheid hoger te waarderen dan traagheid. De hele sportcultuur is daarop gebaseerd, maar het slakkengangetje heeft ook zijn charmes. De waardering daarvoor neemt toe met het verstrijken van de jaren, al ligt bij mij het ongeduld op de loer.

Wachttijd
Generaties wachten, kijken naar de toekomst… vergankelijkheid neemt toe met de leeftijd.. wachten duurt, de nieuwe wereld nadert langzaam, stapje vooruit, stapje terug. Welke wereld is de echte? Het schilderij in een schilderij of het schilderij? Het verleden, het heden of de toekomst? Is alles wel zo rechtlijnig als we geneigd zijn te denken?

In het laatste schilderij zien we een schilderij van het wachten. Het wachten op de slak. We wachten met zijn allen op het verstrijken van de tijd. We hebben een hoeveelheid vergankelijkheid bij ons in een netje, de een meer dan de ander, de tijd zit in ons hoofd en we hebben geen invloed op de tijd, op wat de toekomst ons zal bieden. We weten niet hoe lang we moeten wachten. De oma is het meest bezig met wat komen gaat, de man probeert de tijd te benutten of te doden en het kind zoekt nog houvast.

Voor wie meer hoopvol gestemd is, kan het schilderij van de wachtenden gezien worden als schilderij van de reizigers op weg naar de toekomst. We zijn altijd onderweg, vol hoop op mogelijkheden. Vanuit de ingekaderde wereld kijkt de moeder reikhalzend en hoopvol naar de toekomst die nog niet te duiden is, heeft de man het leven onder controle en zit het kind veilig achter de brede rug.

Heb ik nou de tijd geschilderd?
Het meten van de tijd heb ik verbeeld in de klokken, de zandlopers, de herhalende elementen, de schaduw zo u wilt.
Het beleven van tijd, is hier verbeeld in de gewichtheffer, in de mannetjes die citroenen in een netje dumpen in de citroen die wordt uitgeperst, in de zure hap die verdwenen is uit een citroen, in de wachtende mensen.
Is dat genoeg?
Heb ik nou de tijd geschilderd? Ik denk het niet, maar het kost de kijker tijd om het allemaal te overzien, geeft mijmerstof en vergroot misschien voor even het besef hoe wonderlijk het fenomeen tijd is en hoe vreemd en leuk de wereld waarin we leven.

Mijn conclusie is dat de tijd te complex is om te schilderen, maar ik heb er veel plezier aan beleefd. Ik heb de kleur geel omarmd, al blijft mijn klerenkast vooralsnog verstoken van citroengeel. Bovenal ben ik de citroen anders gaan bekijken. Ik hoop van harte dat dat besmettelijk is.